Wat kan een patiënt zelf doen in de Wvggz?

In de Wet verplichte ggz is geregeld dat de patiënt op verschillende manieren zelf invloed kan houden op de zorg. Wat kan de patiënt doen?

Familie en/of naasten inschakelen

De familie of naasten (bijvoorbeeld vrienden/vriendinnen) van de patiënt kunnen hem helpen of ondersteunen. Dit kan goed zijn voor het contact met de zorgverantwoordelijke of andere zorgverleners. De familie of naasten kennen de patiënt doorgaans goed. Zij kunnen daarom helpen in het duidelijk omschrijven van wat de patiënt wel of juist niet wilt.

Ook bij een verplichte opname kunnen zij een grote steun zijn. Bijvoorbeeld als de patiënt huisdieren heeft waar iemand voor moet zorgen, of als de patiënt andere zaken buiten de instelling geregeld wilt hebben.

De patiënt kan bij de zorgverantwoordelijke aangeven wie van de familie of naasten hem mag helpen. Zo weten zorgverleners met wie ze te maken hebben. Ook weten ze dan wie er wel of niet namens de patiënt spreekt. Behandelaars mogen familie of naasten alleen informatie over de patiënt en zijn behandeling geven als de patiënt daarvoor toestemming geeft.

Familie of naasten hebben rechten onder de Wvggz. Er is ook een familievertrouwenspersoon voor hen. Meer informatie over de familievertrouwenspersoon is te vinden op de website www.familievertrouwenspersonen.nl.

Crisiskaart

De crisiskaart geeft aan wat de wensen van een patiënt zijn tijdens een crisis. Denk daarbij aan:

  • Wat moeten omstanders en hulpverleners doen of laten?
  • Wie kunnen ze voor de patiënt bellen?
  • Welke afspraken zijn gemaakt met bijvoorbeeld behandelaar(s) of de crisisdienst?

Heeft de patiënt een crisiskaart?

Wanneer de patiënt een crisiskaart heeft opgesteld of op een andere manier heeft vastgelegd wat hij wil), is het belangrijk dat de zorgverantwoordelijke die informatie krijgt. Zo weet de zorgverantwoordelijke met welke zorgverleners de patiënt al afspraken heeft. Ook helpt het hulpverleners om ter plekke beter met de patiënt om te gaan. Soms helpt dat om verplichte zorg te voorkomen of korter te laten duren.

Heeft de patiënt geen crisiskaart?

Wanneer de patiënt geen crisiskaart heeft, maar er wel een wil voor de toekomst, kan hij de zorgverantwoordelijke om advies en informatie vragen.

Meer informatie: www.crisiskaart.nl.

Zelfbindingsverklaring

De patiënt kan ook een zelfbindingsverklaring opstellen. Hierin geeft hij aan onder welke omstandigheden hij juist wel verplichte zorg wilt krijgen. En om welke zorg dat dan gaat. Dit kan een patiënt bijvoorbeeld doen als hij vaker een psychose heeft gehad en weet dat hij tijdens de psychose geen zorg wilt ontvangen, maar ook dat medicijnen helpen om de psychose te stoppen. De patiënt kan dan opschrijven dat een arts tijdens een psychose medicijnen mag toedienen, ook al zegt de patiënt tijdens de psychose dat hij dat niet wilt.

Meer informatie: Zelfbindingsverklaring

Medische klachten en medicijnen

Eventuele medische klachten moet patiënt altijd ter plekke melden bij de hulpverleners en zorgverantwoordelijke. Hierdoor kunnen zij de juiste medische zorg geven. Vooral als een patiënt al regelmatig medicijnen slikt, is het van groot belang dat hulpverleners dit weten. Het is niet altijd veilig om medicijnen te combineren. Om onveilige situaties te voorkomen moeten de hulpverleners die verplicht medicijnen toedienen, weten wat de patiënt al gebruikt.

Wanneer de patiënt niet weet welke medicijnen hij precies heeft, dan kan hij de verpakking aan de hulpverleners geven of hen contact op laten nemen met zijn huisarts.