Vertegenwoordiging in de Wet zorg en dwang

Volgens de Wet zorg en dwang hebben cliënten met een verstandelijke beperking of een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie) recht op een vertegenwoordiger.

Wie is de vertegenwoordiger?

Eerst wordt bekeken of er een vertegenwoordiger is. Die rol kan door verschillende mensen vervuld worden. In de Wet zorg en dwang is bepaald in welke volgorde bekeken wordt wie de vertegenwoordiger is:

  1. De wettelijk vertegenwoordiger van de cliënt. Dit is een curator of mentor, aangewezen door de rechter.
  2. Een schriftelijk gemachtigde: een persoon die door de cliënt zelf schriftelijk is gemachtigd om hem te vertegenwoordigen.  
  3. De echtgenoot, de geregistreerde partner of andere levensgezel.
  4. Een ouder, kind, broer, zus, grootouder of kleinkind van de cliënt.

Bij beslissingen over zorg en behandelingen kijkt de zorgverlener dus eerst of er een mentor of curator is, dan of er een schriftelijke gemachtigde is. Zo niet, dan kunnen de partner of de genoemde familieleden vertegenwoordiger zijn.

Cliënten zonder vertegenwoordiger

Voor cliënten zonder vertegenwoordiger is de zorgaanbieder verplicht een mentor aan te vragen bij de rechter.